English version







Click Here to Visit!



Diese HP ist eingetragen bei BlueFischkopp Top100



Nedstat Basic - Free web site statistics


De visplek:vissen op rivier, plas, meer, polder, kanaal.bodem ,voerplek


Het meer

De rivier

De polder

De poldersloot

Het zoeken van een goede visplek is erg persoonlijk en hangt dikwijls samen met de regio waar je woont in verband met het aanleggen van een voerplek en de reisafstand. Immers, weken vertoeven in het buitenland is maar voor weinigen weggelegd.Over de visplek zelf is een heel boek te schrijven, wat overigens nog niemand gedaan heeft.Ik beperk me tot de volgende plekken: het kanaal, de rivier, de poldersloot en het meer.

 Het kanaal

Veel kanalen nodigen niet uit om te vissen. Lange, uitgestrekte, kale kanten.Toch zijn er nog kanalen te vinden in Nederland die dwars door een lommerrijke omgeving hun weg vinden. Meestal heeft een kanaal dezelfde dieptes en is er geen glooiinkje te vinden. Het maken en onderhouden van een voerstek is dan de enige aangewezen manier om karper te verschalken. Bij sommige kanalen vind je nog wat oude houten schoeiingen, rietkragen, of overhangende bomen. Probeer daar je geluk uit. Zijn op je visfinder kuilen of lichte obstakels te vinden, probeer daar je kans.

 De rivier

Rivieren zijn aantrekkelijker vanwege hun diversiteit aan mogelijkheden om een visplek te maken en te onderhouden. De bodemstruktuur is veel gevarieerder, de stroomnaad speelt een rol, de ondiepe plekken tussen de kribben, de “koppen” hiervan, de verschillende dieptes, de planten en rietkragen in het water, de zandplaten, de mosselbanken en de vaargeul.Ik ga hier niet vertellen wat de betere plekken zijn, dat moet je zelf uitzoeken. Een ding is zeker, mij trekt de rivier meer vanwege zijn vele mogelijkheden. Riviervissen is grilliger en brengt oergevoelens naar boven van het primitieve jagen in de oudheid.

 De poldersloot

Bij uitstek en eigenlijk alleen maar geschikt om met de pen te vissen. Geen vastloodvisserij, dat doe je maar op andere wateren. Struinen langs de waterkant, elk rimpeltje en aasbelletje in je opnemend, op zoek naar waterplanten, een aardappeltje laten zakken langs de kant, een broodkorst tussen de waterlelies of gele plomp. Eigenlijk zou iedereen op deze manier met karpervissen moeten beginnen. De ouderen onder ons kijken met nostalgie terug naar deze tijd en pakken soms de oude penhengel weer uit de schuur. Niks statisch vissen, sluipen langs de waterkant elke beweging van het water in je opnemen en dan de explosie van een aanbeet vlak onder de kant. Nee, geen 30+ karpers, maar wel….. sluimerend dynamiet.

 Het meer

Voor het vissen op een meer gelden eigenlijk dezelfde zaken als op een rivier. Zoek de bodemstruktuur af. Mosselbanken en zandbanken zijn dikwijls ingrediënten voor succes evenals kuilen en richels, overhangende bomen. Meren nodigen uit tot ver van je vandaan vissen, maar vergeet de kanten niet. Soms liggen de mooiste plekken en de grootste karpers onder je neus. Soms moet je op druk beviste meren honderden meters uitvaren omdat de karper zich van de kanten heeft weggetrokken. Zoek en blijf zoeken. Probeer juist het tegenovergestelde te doen wat de hele meute doet als de vangsten achterwege blijven. Experimenteren en zelfontplooiing zijn formules die leiden tot betere vangsten. Meelopen met het gros van de karpervissers geeft uiteindelijk geen bevrediging, tenzij je van luiheid houdt. Blijf zoeken en jagen.

 “Meer”succes.